Het escaleert in Zutphen

07: Het escaleert in Zutphen

Op zondag 24 juni 1787 wordt de sfeer grimmig in Zutphen, ook hier in de Rodetorenstraat. Eerst wordt de waard van herberg ‘Het Nieuwe Rad’ hier vlakbij, tijdens een vechtpartij tussen patriotten en soldaten zwaar verwond met een sabel. Rond middernacht wordt er vanuit een huis met scherp geschoten op een patrouille soldaten. En ook op andere plekken in de stad klinken er schoten. Meerdere soldaten raken deze nacht gewond.

De volgende ochtend ziet Mietje van Dorth, bewoner en eigenaar van De Munt, soldaten in groepjes door de stad marcheren. Ze schreeuwen ‘Oranje boven’ en de meeste zijn in oranje gekleed. Dan beginnen de soldaten plots met het inslaan van ruiten. Regenten smeken de magistraat om iets te doen tegen het toenemende geweld. Ze besluiten om samenscholingen met meer dan 6 personen te verbieden, maar daar trekken de soldaten zich niets van aan. De situatie in Zutphen staat op het punt te escaleren. Zelfs Suideras vreest dat de soldaten de stad in puin zullen slaan en dat ook burgers niet langer veilig zijn.

Suideras besluit daarom om een oranje lintje op zijn hoed te spelden. Andere leden van de magistraat volgen zijn voorbeeld. Ook veel burgers bekennen kleur. Wie oranje draagt staat “aan de goede kant” en hoeft niet te vrezen voor de soldaten. Uit angst voor militair geweld en wraakacties volgen zelfs veel patriotten dit voorbeeld. Als Frederik Benjamin zonder oranje lintje naar het stadhuis loopt, wordt hij beledigd en bedreigd. Niet veel later dragen hij èn zijn patriotse compagnons, ook een oranje lintje. Sterker nog: zonder oranje lintje mag men de stad niet meer in of uit!